dinsdag 8 mei 2012


Tuin van de toekomst ...


'Genieten' wordt het werkwoord van de toekomst!
De tuin wordt de ultieme plek om in te ontspannen, te rusten, te spelen, vrienden te ontvangen, daardoor behoort het harde labeur in de tuin tot het verleden. De nieuwe tuin is daarom zeer onderhoudsvriendelijk, de beplanting vraagt weinig verzorging en de tuin wordt uitgerust met alle comfort.
De toekomst zal multifunctioneel zijn en in het basispatroon nemen strakke lijnen de bovenhand. Binnen en buiten lopen perfect in elkaar over. De sfeer is persoonlijk en nodigt uit om veel tijd buiten te besteden.
Uiteraard kan je veel materialen niet buiten gebruiken. Door bepaalde materialen (of vorstvrije lookalikes) en kleuren van het interieur in de tuin te herhalen verkrijg je één geheel ondanks de tussenliggende ramen en muren. Zo kan de vloer van binnen naar buiten doorlopen. Hou het ook eenvoudig enkele opvallende herhalingen volstaan. Gebruik ook enkele gelijkaardige (groenblijvende) planten. Om maximaal te genieten kan je ook opteren voor enkele geurplanten, kruiden.

We gaan samenwerken en leven met de ons omringende natuur ook in de stad. Zo worden sierplanten, -struiken en -bomen vervangen door kruiden, vergeten groenten en fruitbomen ... 'de eetbare tuin' is geboren en de lokale fauna zit mee aan tafel. De tuin is onze haven om even te ontsnappen aan het alledaagse gejaagde, drukke leven. De tuin als middel tegen burn-out, als antidepressivum ... pure tuinpsychologie. Dit kan door een vakantiegevoel op te roepen en alle zintuigen aan te spreken. Zelf een vleugje avontuur moet kunnen. We willen een tuin met geuren, kleuren en smaken die bij onze persoonlijkheid passen.
Variatie, gezondheid en ecologie zijn de codewoorden want we hechten meer en meer belang aan gezondheid, culinair genot en ecologie.


Honingraat

De wereld gaat snel, men is steeds op zoek naar verandering, variatie, nieuwe dingen. Geen statische tuinen meer. Zoals met het interieur dat voortdurend wordt aangepast aan nieuwe tendensen. Men wil afwisseling.
Er komt een basispatroon, een honingraat als het ware waar men mits kleine aanpassingen voortdurend verschillende opstellingen kan maken. Daardoor wordt 'multifunctionaliteit' super belangrijk en de toetssteen voor alles en nog wat. Een aperitieftafel die een vuurtafel wordt, een planten pergola is ook een schommel, de vijver is ook een zwembad, het dolomietpad is ook petanquebaan, een waterval die ook dienstdoet als buitendouche, een zandbak die een vijver of vuurput kan worden, een zitkubus wordt lichtelement 's avonds.

Allemaal beestjes

Gedaan met de steriele super schone tuinen. Ecologie wordt erg belangrijk en daar komt biodiversiteit 'in the picture'. Exoten in bakken en kooien zijn 'out'. Ecologie en biodiversiteit worden super belangrijk. Onze tuinen worden gastvrije havens zowel voor de mens als voor autochtone insecten, flora en fauna. Een gevarieerde inheemse beplanting en diervriendelijke aanleg nodigt vogels, insekten en bijvoorbeeld ook egels, muizen, mol, wezel en vos uit in onze tuinen.




Urban

Alle onderzoekers schreeuwen het van de daken: in Vlaanderen hebben we geen keus, het land is te krap voor het royale wonen dat we nu aanhangen. De toekomst ligt in de stad. In de stad wonen maar toch in een groene omgeving. De tuin van de toekomst ligt bovenop daken, dakterrassen maar ook in binnentuinen en andere kleine ruimtes.
Mos- en sedumbeplanting op daken is inmiddels een beproefde methode en vindt langzaamaan ingang. Voor de toekomst moeten we nog verder gaan. Dankzij nieuwe technieken is het mogelijk een complete boomgaard op het dak aan te leggen. Groene gevels, eetbare planten en ook een moestuin zijn onderdeel van de nieuwste stadse tuintrends. 'Guerillia Gardeners' timmeren reeds aan de weg door hun onvoorzien actie zoals tuintjes aanleggen op plekken in steden met weinig of geen groen.


recycle

De toekomstige tuin laat zien hoe er gebruik kan worden gemaakt van duurzame materialen. Waterbesparing, fijnstof- en CO2-reductie spelen een nog grotere rol dan nu. Voor verharding kan bijvoorbeeld gebruik gemaakt worden van olivijn dat CO² kan binden en daardoor opwarmt. Groengevels zijn een ideale buffer om fijnstof af te vangen. Watergebruik wordt verminderd door waterfiltratie en waterberging. De gekozen materialen gaan niet alleen lang mee, maar worden ook op een verantwoorde manier geproduceerd zijn en bovendien 100% recycleerbaar.



Romantic simplicity'

Tuinen zijn nu echt gemeengoed geworden in Vlaanderen. De wetenschap en techniek is bijzonder hoog ontwikkeld en er heerst relatieve rust. Al deze ingrediënten hebben hun weerslag op de huidige tuincultuur. Niet alleen kasteeltuinen, buitens en kloostertuinen worden tegenwoordig aangelegd of gerenoveerd, ook de tuinen van Jan met de pet worden vaak op een zeer inspireerde wijze aangelegd. Daar komt de romantiek weer om de hoek kijken maar dan met verrassende en humoristische accenten.


Aye technology

Het staat buiten kijf in de tuin gaan diverse technologische snufjes hun intrede maken in een meer dynamisch geheel. Virtuele schermen waar bewegende en/of stilstaande beelden worden afgespeeld die met behulp van de computer naar behoefte kunnen worden gewijzigd. In je tuin heb je via internet een live verbinding met bijvoorbeeld een webcam op de Nederlandse Antillen. Dat wordt geprojecteerd met een bijpassend geluid en je waant je, ondanks dat je in een Vlaamse tuin zit, in een totaal andere wereld. Alleen de temperatuur moet meewillen maar ach, dan schakel je met een vingerknip het infrarood aan, toch?








donderdag 26 april 2012



Ga voor inheemse planten



De strenge vorst in februari heeft voor veel uitval onder planten in je tuin gezorgd. Niet alleen bij jouw ook de kwekers hebben veel verlies geleden. Wat daar bij opvalt is dat vooral uitheemse, groenblijvende planten schade hebben opgelopen. Planten zoals Photinia, maar ook de ons zo vertrouwde Prunus laurocerasus en de ingeburgerde Viburnums vertonen uitval of zijn op zijn minst beschadigd. De echt exotische planten zoals Laurier en olijfbomen hebben zeer veel schade geleden. Daarom ga voor inheemse planten in je tuin. Kiezen voor inheemse planten betekent ook dat je kiest voor bladverliezende soorten in plaats van wintergroene planten.



Toch blijven mensen vragen naar groenblijvende uitheemse soorten ondanks de strenge winters van de laatste jaren die voor veel uitval zorgen. Ze willen een tuin die ook ’s winters groen is, terwijl juist kale takken het kenmerk zijn van onze winters.

We worden de laatste jaren enorm beïnvloed door de magazines, door allerhande tuin– en lifestyleprogramma's maar ook het internet draagt zijn steentje bij. Zo worden tuinen met olijfbomen als normaal voor hier voorgesteld. Men zou ze eerst afgehard hebben voor ze op de markt te brengen. Het spijt me maar niet winterharde planten kan men niet afharden. Toch gaan veel hoveniers gewoon mee in de wensen van de klant.


Daarom een pleidooi voor inheemse bladverliezende planten, struiken en bomen, waarom niet ? 
Bladverliezende planten brengen meer leven en afwisseling in de tuin door bladvorming, bloei, vruchtzetting en bladval die perfect de seizoenen volgen. Daar horen ook enkele maanden kaalstand bij.
Een bijkomend voordeel is dat kiezen voor bladverliezende inheemse planten beter is voor de portemonnee. Ze zijn door de band goedkoper in aanschaf en  bovendien hebt je een pak minder uitval en/of schade onder de uitheemse planten.


Soorten?

Amelanchier (Krentenboompje), bladverliezende Prunus-soorten, Spiraea , Syringa en Viburnum opulus (Gelderse roos) zijn mooie alvast mooie alternatieven. Maar ook soorten die in de winter mooie takken hebben zoals Euyonymus, Acer en Cornus verlevendigen de tuin tijdens de winter. Waarom niet de groenblijvende hagen zoals de eeuwige Taxus vervangen door Fagus sylvatica (Beuk)? De beuk behoudt zijn afgestorven blad tot in de lente zodat de haag ook in het kale seizoen mooi gesloten blijft. Bovendien krijg je de prachtigste kleurveranderingen er gratis bovenop. Gratis snoepjes keijg je van Sambucus nigra (Vlier), Corylus avellana (Hazelnoot), Prunus spinosa (Sleedoorn), Tilia platyphyllos (Linde), Morus nigra (Zwarte moerbei), en Mespelius germanica (Mispel). De twee laatsten zijn trouwens archaeofieten, ze zijn niet inheems, maar sinds de Romeinse tijd bij ons ingevoerd uit het Mediterrane gebied. Gezien overeenkomstige typische bodem- en vochtvereisten en het microklimaat in een stad worden deze soorten hier ook bij de inheems soorten gerekend.
Inheemse groenblijven soorten als Ilex aquifolium (hulst), Juniperis communis (jeneverbes) en Ligustrum doen het uiteraard ook prima in ons klimaat.













Het departement leefmilieu, natuur en energie van Vlaanderen stelde een handige lijst samen:











Bakken en potten

Vorst is tevens een probleem bij planten in bakken maar ook in hete zomers is het moeilijk om ze goed te houden. Ze staan gauw te droog of te nat waardoor ze dan weer te weinig zuurstof krijgen. Je kan ze uiteraard tijdens de vorstperiode beschermen met isolatie om bevriezing en verdamping tegen te gaan, en als het moet met nog een extra doek erover. Toch valt het ieder jaar te bezien of ze na de winter goed zullen uitlopen. Daarom is het beter om planten als het enigszins kan gewoon in de volle grond te planten. Het bespaart je veel werk en een pak kopzorgen.



Zijn Vlaamse planten beter ?

Sleedoorns uit Polen bloeien hier eerder dan de autochtone tegenhanger, maar dat is te vroeg voor bepaalde vlindersoorten die nog in de pop zitten. De sleedoornpage gaat geen voedsel meer vinden. Het evenwicht in de natuur is verstoord. Het buitenlands plantgoed is bijvoorbeeld ook minder aangepast aan ons klimaat en dus gevoeliger voor ziektes en vorst. Meidoorn, sleedoorn of veldesdoorn uit de mediterrane streken komen hier sneller in de problemen. Autochtone bomen en struiken spelen dus een belangrijke rol om het evenwicht in de natuur te herstellen. Zowel de oogst van de zaden als de opkweek van de planten en de verkoop ervan gebeurt in Vlaanderen. Vergeleken met de CO2-uitstoot gekoppeld aan geïmporteerd plantgoed is de ecologische voetafdruk van autochtoon plantsoen een heel stuk kleiner. Maar ook de lokale werkgelegenheid krijgt een duwtje in de rug.























maandag 25 oktober 2010

Maak je tuin Velt

Over ecologie in de tuin.
Ecologie is een echt modewoord geworden en wordt dan ook te pas en te onpas gebruikt door jan en alleman. Maar wat betekend dat nu precies, waar staat het voor?

Een ecosysteem wordt gevormd door de wisselwerkingen tussen alle levende organismen en de abiotische omgeving. De term ecosysteem werd in 1935 door Arthur Tansley geïntroduceerd. Voorbeelden van ecosystemen zijn een bos, maar ook de hele aarde. Sommigen beschouwen zelfs een potplant als ecosysteem. Onderdeel van een ecosysteem zijn afzonderlijke planten, dieren en micro-organismen en de onderlinge complexen die zij vormen, bijvoorbeeld in de vorm van levensgemeenschappen en populaties. Vaak ziet men ecosystemen als dynamische en functionele eenheden.
De ecologie bestudeert de dynamiek van de wisselwerking tussen organismen, populaties of levensgemeenschappen (de biotische milieufactoren) en de relaties tussen organismen, populaties, levensgemeenschappen of landschappen en de niet-biologische omgeving (de abiotische milieufactoren).
Ecologisch is dus dat waarbij rekening gehouden wordt met het leven van dieren en planten. Eco-logisch, logisch toch !?

Door de band is ecologie, buiten het hype-gewauwel van het laatste jaar, voor de meerderheid onder ons een ver van mijn bed show. Men zou er dan ook niet zo vlug aan denken om in eigen tuin en al zeker niet in een siertuin het toe te passen. Voor velen en bij velen, staat een ecologische siertuin synoniem voor het creëren van een groene wildernis. De laat-maar-betijen tuin van de geiten-wollen-sokken generatie. Toegegeven het heeft wel iets maar niets is minder waar. Ecologie is perfect toepasbaar in elke tuin en zorgt ook hier voor een perfect evenwicht want de spelregels zijn universeel toepasbaar.

Mits men zich houdt aan enkele spelregels.
- Geen gebruik van pesticiden, geen enkele. Trouwens als je onderstaande regeltjes toepast is dat nauwelijks nodig.
- Kies planten in functie van bodem en klimaat m.a.w. de juiste plant op de juiste plaats. Kijk rond in je buurt welke planten het goed doen.
- Zorg voor een gelaagde begroeiing zoals in de natuur. Daar treffen we vier verschillende etages begroeiing aan. Op de bodem hebben we de strooisellaag die beschermd de bodem van uitdrogen of dichtslibben. Daar bovenop komt een kruidenlaag met daar overheen een struikenlaag. Als kers op de taart komt daar boven nog de bomenlaag.
- Respecteer de groeidynamiek van planten. Als je planten uit de zelfde groeiomstandigheden bij elkaar zet ben je al een heel eind op weg.
- Laat de natuur het werk doen. Als je met de natuur samenwerkt wordt je tuin een flink pak arbeidsarmer.
- Relax, geniet van de schoonheid van de natuur zoals ze is. Ook de zogenaamde onkruiden kunnen mooi zijn.
- Stimuleer het harmonieus samenleven van mensen, planten en dieren. Heb respect voor alles wat er wil groeien, bloeien en rondscharrelen.Jijzelf bent niet de maat van alle dingen.
- Als die bovenstaande regeltjes worden gerespecteerd ontstaat er een verscheidenheid van levensvormen in de tuin. Als we daar bovenop een variatie aan biotopen creëren (nat/droog, licht/schaduw, ...) neemt de soortenrijkdom nog toe.

Leve de biodiversiteit !
Jawel het is het jaar van de biodiversiteit en het is hard nodig.

Bibliografie:
- Websites van Wikipedia.be, Velt.be, encyclo.nl
- De natuur van het tuinieren, Ed Groeneweeghe, Lannoo 2000.
- De ecologische siertuin, Velt en instructieve omroep brt, 1992.

woensdag 8 september 2010

Pompen of verzuipen: over water

Nog niet zo lang geleden was in ons kikkerlandje alles gericht op het zo snel mogelijk afvoeren van regenwater. We konden het niet snel genoeg kwijt raken, zo vlug mogelijk de riolering in. We beperkten ons niet tot het regenwater ook natte weiden en moerassen moesten worden gedraineerd, uiterwaarden werden afgedamd. Er was de perceptie dat het hier altijd regende en de middeleeuwse schrik voor natte weiden, moerassen (en dus verschrikkelijke ziekten) was nog steeds latent aanwezig. Dat leidde bij regen tot gezwollen beken en rivieren en de daarmee gepaard gaande overstromingen met de reactie om nog meer te kanaliseren.



Hoe meer men van dat water af wilde, hoe meer men ook interesse begon te krijgen in dat water, bron van alle leven. Want uitdroging van de grondwatertafel, tekort aan drinkwater tijdens lange droogte, meer overstromingen ondanks meer kanalisering, drastische terugloop van het amfibieën- en vogelbestand deed sommigen nadenken. "We waren niet goed bezig".
Ondertussen kwam er volop belangstelling voor tuin - en visvijvers en de daarmee gepaard gaande inzicht in het biologisch in evenwicht houden van dat water. Al deze facetten leidden in het laatste decennium tot een copernicaanse revolutie over hemelwater en wat je ermee aan moet. Wateropvang d.m.v. regenput en groendak, aquaflow verharding en gesplitste rioleringsstelsels worden volop aangewakkerd met subsidies of worden gewoon verplicht bij nieuwbouw.

Een tuin zonder water is niet meer verantwoordelijk. Regenwater afvoeren via de riolering kan niet meer we moeten het op één of andere manier op natuurlijke wijze laten indringen in de bodem. Er zijn enkele drastische middelen om dat te doen zoals een WADI (Water Afvoer Door Infiltratie) afvoer naar een lager gelegen ondiep opvangbekken of door middel van een ondergrondse grindkoffer. Probleem met deze middelen is dat ze grote oppervlakten vereisen en dat hebben we niet altijd in onze particuliere tuinen.
Er zijn echter ook zachtere vormen van wateropvang en een combinatie van enkele is meestal voldoende om ons op natuurlijke wijze te ontdoen van het overtollige hemelwater: opvang in een regenwaterput of ton, groendak, waterdoorlatende bestrating, een vijver, een poel of mini-moeras. Met wat creativiteit het geraakt men van zijn hemelwater af zonder het door de riolering te moeten jagen.

Op internet vind je massa's documentatie zoals bij www.waterloketvlaanderen.be, www.velt.be en zeker ook bij www.vibe.be . Een boekje met veel creatieve ideeën is "Water in de tuin" uit de reeks Milieuvriendelijk tuinieren van de uitgeverij Roodbont. De publicatie "Hemelwater gebruiken!" is een handleiding voor gebruik van regenwater in en rond het huis, uitgegeven door VIBE, is voor Vlaanderen nog steeds de referentie.

maandag 6 september 2010

Opentuindagen

Ze zijn al weer voorbij die opentuindagen. Je loopt er maanden mee rond, je werkt je op naar een climax en hop  36 uren later is het al weer voorbij.
Het is met tevredenheid en grote voldoening dat ik er op terug kijk. Het weer was niet ditje-dat maar al bij al viel het mee. Er was geen overrompeling maar een continue stroom bezoekers, leuke bezoekers ook zodat tegen zondagavond zowat mijn stem zoek was. Hieronder een impressie van de opentuindagen 2010



Een woord van dank wil ik speciaal richten tot de mensen die meehielpen om van mijn opentuindagen een kletterend succes te maken.

- Bruno Vanranst die het gele tuinkunstwerk maakte dat mooi in het geheel paste.
- Philip Vanhecke van Creatmosphere die 's avonds tijdens de nocturne voor een feeërieke sfeer zorgde door zijn uitgekiende verlichting
- Lieve Grauls die 36 uur in het getouw was voor een natje en een droogje. Ze verzorgde de catering tot in de puntjes.
- Familie en vrienden die zich belangeloos uit de naad werkten om van de opentuindagen een geslaagd feest te maken.

Op naar de volgende in 2011 !

zaterdag 1 mei 2010

Afval, zegt u ?

Duurzaamheid is de trend

Je kent dat wel zo’n hoekje in de tuin met wat oude dakpannen, een paar overgebleven tegels, een enkele gebroken baksteen en anderhalve betonrand. Het is zonde om weg te gooien want het kan altijd nog eens van pas komen. Het is crisis en dus is de tijd aangebroken om daar iets mee te doen Zo komt die oude rommel toch nog van pas!
Door hergebruik houden we rekening met de historie van de tuin, zeggen de voorstanders. Mooie bestaande, oude elementen en planten beginnen aan hun tweede leven in de nieuwe tuin. We kiezen voor eerlijk, authentiek en natuurlijk. Hergebruik van oude materialen en natuurlijke producten zijn helemaal de trend.
Kortom de tuintrend 2010 is duurzaamheid.

Oude materialen zijn vaak veel verrassender
Er is een ruime keuze aan nieuwe opsluitbanden, stapelstenen en kant-en-klaar te stapelen muurtjes maar met restmaterialen wordt een ander en milieuvriendelijker resultaat bereikt vaak met verrassend resultaat.
Gebruik diverse materialen door elkaar, laat ruimtes open om een plant in te planten of waar insecten, salamandertjes of zelfs egels in kunnen schuilen. Probeer te wisselen in hoogtes dat maakt het veel interessanter. Stapel een muurtje altijd iets hellend tegen het hoogteverschil aan, zodat deze niet kan omvallen. Laat tenslotte de tijd voor de afwerking zorgen. Hier creëer je iets wat een ander niet heeft.
Oude trottoirtegels kunnen lelijk zijn maar ze kunnen hergebruikt worden op een aantrekkelijker manier. Een stenenknipper kan wonderen verrichten. Door de tegels te halveren, ontstaat er een mooie breuklijn, waardoor de structuur van een tegel zichtbaar wordt. Dit geldt ook voor andere stenen en klinkers, hoewel deze ook goed met een slag van een hamer kunnen worden gebroken.
Je kunt ze ook voegen met cement waaraan je pigment van een gewenste kleur aan toevoegt. Of leg ze met flinke voegen als een mozaiek-pad en beplant deze met (eventueel geurende) tredplanten als loopkamille, kruiptijm, of muurpeper.
Alle gebruikte materialen kunnen na hun leven in het ene product, nuttig worden ingezet in een ander product. In de tuin kun je vooral afbraakmateriaal zinvol toepassen: een compostbak van onbehandeld afbraakhout of paletten, een plantenklimrek van uitgebroken pannenlatten, oude kasseien of andere natuursteenbrokken om een rotstuin aan te leggen, oude stenen en betonplaten voor stapelmuurtjes of als ‘doorleefde’ verharding voor paden, vensters of glas voor kweekbakken in volle grond, balken als paaltjes waartussen u snoeihout kunt stapelen tot een takkenwal, gekleurde flessen als afboording enzovoort.
Sloopafval zoals gele en rode baksteen kun je stuk slaan of vermalen tot een soort grind, het zogenaamde gebroken steenpuin. Dit kun je gebruiken als onderlaag voor rotstuin of paden. Je kunt het ook in verschillende korrelgroottes zeven, voor tuinpaden is een fijne maat 5/20 mm aan te raden. Dit soort pad raakt wel vlug begroeid, leg het dus alleen aan waar het ook echt regelmatig belopen of bereden wordt. Het blijft dan in beweging en redelijk schoon. Of geniet juist van de specifieke plantjes die zich hierin thuis voelen (vetplanten) en stuur hier wat bij door selectief te wieden.

Cradle to Cradle: Gebruik van pure materialen
Een belangrijk item in de cradle to cradle filosofie is het verantwoord gebruik van pure materialen. Voor verhogingen in de tuin kun je dus gerust je oude bestrating hergebruiken. Je kunt hiervan een muurtje stapelen waartussen planten groeien maar ook een strakke muur behoort tot de mogelijkheden. Voor elke situatie is er een oplossing. Ook kun je oude materialen verwerken als fundering voor een vlonder of vijver. Creatief hergebruik is kostenbesparend stellen ze. Je bespaart namelijk op de aanschaf van nieuwe materialen en je hebt geen afvoerkosten van het afval of restmateriaal.
Cradle to Cradle gaat nog een stapje verder. Er kan ook gedacht worden aan nieuw Europees hardhout, natuurlijke vezels, het gebruik van bioplastics en de aanschaf van biologisch geteeld plantmateriaal. Verder kiest men voor planten die weinig tot geen bestrijdingsmiddelen nodig hebben, zoals inheemse soorten. Ook belangrijk is het voorkomen dat schadelijke stoffen in de natuur komen, bijvoorbeeld door bepaalde impregneer - en bestrijdingsmiddelen.

De EcoKathedraal
Een Ecokathedraal is een werkplaats waar langdurige processen tussen mens en natuur worden bestudeerd. Door overtollig bouwmateriaal te stapelen kan de flora en fauna zijn natuurlijke gang gaan. De eerste ecokathedraal is gelegen op een perceel grond te midden van de bossen van Mildam in de Nederlandse gemeente Heerenveen. Het project is in de jaren zeventig gestart door Louis le Roy, die zichzelf filosoof-ecotect-landschapsarchitect noemt. Hij neemt zich voor het project in ieder geval nog tot het jaar 3000 te laten duren want, zegt hij, deze tijd is nodig om de processen te kunnen bestuderen die eindeloos doorgaan. Om de continuïteit te waarborgen is in 2001 de Stichting Tijd opgericht.

vrijdag 9 april 2010

SCHADUW

... er wil NIETS groeien !

Het is een veel gehoorde klaagzang. Bij gebrek aan voldoende licht is het een stoffige, donkere plek met hooguit een mostapijt. Iedere tuin heeft wel zo een zorgenkind. Ons klassiek planten aanbod is niet geschikt om in de schaduw, laat staan de diepe schaduw te staan. En toch kan men ook daar voldoende tot weelderige beplanting laten groeien. Volgens het woordenboek is schaduw het gedeelte van een ruimte waar het licht onderschept is of waar het licht niet rechtstreeks doordringt. Meestal onder bomen of een ongelukkig hoekje op het noorden langs een hoge haag of muur maar ook vele stadstuinen kunnen hieronder worden gerangschikt. Het zijn vaak niet veel meer dan een groot terras, ingesloten tussen hoge muren. Ook als de tuin groter is, is er dikwijls wel zo’n donkere plek vlak bij het huis of tegen een afsluitingsmuur.
In het voorjaar kan een schaduwtuin schitterend zijn, dan bloeien er tientallen typische schaduw minnaars. Deze tuinen hebben de gewoonte om al vroeg in het seizoen uit te doven. Eind mei, als het bladerdak zich boven al dit moois gesloten heeft, wordt het donker en stoffig in de schaduwtuin. Het is begrijpelijk dat schaduwplanten per definitie vroege bloeiers zijn: vroeg in het jaar is er nog lucht en licht voorhanden. Later in het jaar valt er niet veel meer te beleven in het donker en laten insecten het afweten. Daarom is het ook zo moeilijk om de schaduwtuin tot laat in het seizoen presentabel te houden. Vooral de nazomer en de herfst zijn problematisch.

Men vindt een schaduwtuin, saai en oninteressant en veelal wordt dit vooroordeel bevestigd. De reden daarvoor is vaak omdat men de verkeerde planten koos en geen decoratieve elementen voorzag zoals structuren, spiegels, gekleurde bestrating en licht reflecterende materialen. Met een beetje fantasie kan zo’n onaantrekkelijke donkere hoek omgetoverd worden in een aangename groene oase. Een aantal schaduwplanten kan ook in een pot worden gekweekt, zodat ze ook bruikbaar zijn als je alleen maar een donker terras hebt.

Laat ons eerst een kijken naar de staat van de grond. Vaak is het zo dat de grond droog tot zeer droog is. De wortels van de bovenstaande bomen zuigen de grond droog maar ook grond langsheen gebouwen en muren die de regen tegenhouden ontberen het noodzakelijke vocht. Veel schaduwplanten hebben een ding gemeen, zij houden van vochtige grond. Het is mogelijk om onder bomen grote verhoogde bloembedden aan te leggen door middel van een keermuur. Ongeveer 30 centimeter hoogte is voldoende. In deze bedden wordt humusrijke tuinaarde gestort. Voor een speels effect is het mogelijk om meerdere plantenbakken van verschillende hoogtes te maken. Als u helemaal van het droogte probleem af wilt, kan een automatische sproei-installatie een uitkomst bieden maar ook het toevoegen van een fysisch bodemverbeteraar stijl 'TerraCottem' helpt je al een eind verder. Deze producten bestaan uit meststoffen, gemalen vulkanisch gesteente en waterabsorberende polymeren. De grond krijgt daardoor een veel groter buffer vermogen.
Als u de droogte uit de tuin verbannen hebt is de schaduw wat betreft de beplanting niet zo'n groot probleem meer. Er zijn erg veel planten die graag in de schaduw groeien.
Sommige bomen zoals Acers (Esdoorn), Aesculus (Paardenkastanje) en Fagus (Beuk) kunnen de boel zo afsluiten dat zelfs wij geen hand meer voor de ogen zien. Dan kan het noodzakelijk zijn de bomen middels snoeien te dunnen zodat hier toch nog enkele zonnestralen de bodem kunnen bereiken. Het staat buiten kijf dat je dit best laat uitvoeren door deskundigen. Het kost wat geld maar de voldoening zal immens groot zijn. Ja, een schaduwtuin behoeft dus wel wat meer zorgen.



Ook door de plantenkeuze maken we van een saaie hoek een schitterende binnenplaats. Goudkleurige variëteiten of gevlekte bladeren zijn niet echt mijn ding maar op een schaduwplek kunnen ze wonderen verrichten. Het is bovendien een misverstand dat al deze gele of gevlekte planten in de volle zon moeten staan. Samen met donker bladerige planten brengen ze licht en diepte in de tuin. Naast de klassiekers als Hedera, Hosta en verschillende varens ( Adiantum, Asplenium, Dryopteris ...) zijn er nog andere planten die het goed doen in de schaduw.
Polygonatum (Salomonszegel) wordt in voedzame, vochtige grond tot 1 meter hoog. De P. multiflorum bloeit in mei-juni het rijkste, de P. odoratum verspreidt, zoals de naam zegt een heerlijk geur. De bontbladige P. falcatum ‘Variegatum’ wordt 50 tot 75 cm hoog en brengt daardoor meer diepte in je donkere hoek. Smilacina racemosa (Valse salomonszegel) krijgt in mei witte bloemen in dichte, lange pluimen en wordt ongeveer 75 cm hoog. Soms verschijnen er koraalrode vruchten. Tricyrtis (Paddenlelie, ook wel arme luis orchidee genoemd) is leuk voor wie van detail houdt. De T. hirta bloeit witroze met bruinrode stipjes in september-oktober, de T. formosana begint in augustus met lichtroze bloemen met mauve vlekjes. T. latifolia krijgt in juli crème gele bloemen met donkerbruine vlekjes. Deze planten houden van humusrijke, vochthoudende grond.
Uvularia grandiflora krijgt in april-mei witte, klokvormige, hangende bloemen.Met zijn 40 cm hoogte een prima plant om tussen en onder struiken toe te passen. Aconitum (Monnikskap) is een spectaculair geslacht dat ook geschikt is voor de schaduw. Vooral A. septentrionale, A. lamarckii en A. vulparia doen het bijzonder goed op donkere plekken. Actaea spicata (Christoffelkruid) krijgt na de bloei in mei-juni giftige zwarte bessen. De soort A. rubra heeft witte bloemen en geveerde bladeren en is geschikt voor schaduw. Cimicifuga (Zilverkaars) is een langlevende vaste plant. Ze kent een trage start maar beloont je met mooie witte pluimen in het najaar. C. simplex bloeit pas vanaf eind september en wordt het hoogste: 1,5 m. Astilboides tabularis (Tafelblad) wordt zo genoemd vanwege zijn grote schildvormige bladeren met een doorsnede van 50-60 cm. Toch zijn ook de kleine witte bloempluimen in juni-juli het aanzien waard. Hoogte: 125 cm. Verder hebben we ook nog Kirengeshoma palmata, een vaste plant uit de bergbossen van Japan, met lichtgele bloemen en Rodgersia aesculifolia die bloeit in juni-juli met roomkleurige bloemen in slanke pluimen. Hij kan 125 cm hoog worden als hij met rust wordt gelaten. Tenslotte is er de geweldenaar Aruncus dioicus (Geitenbaard), met bloempluimen in juni-juli. Hij wordt bijna 2 meter hoog en is daardoor een spectaculaire vertoning.

Vaste planten die in het najaar bloeien zijn dus nog wel te vinden maar bloeiende heesters die ook nog van schaduw houden zijn er niet veel. Aucuba japonica (Broodboom), heeft geel gevlekt blad en bloeit met een minuscuul gele bloemetje in mei. Moet het vooral van zijn rode vruchten hebben die heel de winter blijven staan. Bovendien geeft zijn gevlekt blad diepte aan de tuin. Clethra alnifolia (schijnels), bloeit wit in juli-augustus, Coronilla emurus (kroonwikke), bloeit geel in mei-juli, Diervilla splendens, bloeit geel in juli, Ribes alpinum 'Pumilum' (Alpenbes), bloeit geelgroen in juni (1 m hoog), Viburnum opulus 'Compactum' (Gelderse roos), bloeit wit in mei-juni is 1 m hoog en heeft prachtig rode bessen bijzonder gegeerd door de vogels.
Struiken die bloeien in het najaar zijn haast niet te vinden maar Hydrangea arborescens 'Annabelle' (Eikenblad hortensia) bloeit tot oktober en doet het merkwaardig goed in de schaduw. Bovendien heeft hij een zeer decoratief blad dat in de herfst alle kleuren van de regenboog krijgt, een aanrader.


APRIL

- De rozen houden van een laag goed verteerde stalmest die tevens dienst kan doen als mulching. Een kalkrijke rozemest geeft stevige stengels en zorgt voor een rijke bloei.

- Kruiden moeten zo dicht mogelijk bij de keuken staan. Is de groentetuin te ver afgelegen plant ze dan in een nabijgelegen border. Bieslook is een aardige boord voor een pad en bloeit bovendien mooi. Krulpeterselie is een fraaie bladplant en vormt een mooie basis voor bloeiende vaste planten. Als men zorgvuldig plukt blijven deze kruiden er trouwens aardig uitzien.

- In de groentetuin kunnen alle teugels worden losgegooid. Zaai nu in volle grond prei, vroege uien, pastinaak, spruiten, uien, spinazie, radijs, raap en sla.