donderdag 26 april 2012



Ga voor inheemse planten



De strenge vorst in februari heeft voor veel uitval onder planten in je tuin gezorgd. Niet alleen bij jouw ook de kwekers hebben veel verlies geleden. Wat daar bij opvalt is dat vooral uitheemse, groenblijvende planten schade hebben opgelopen. Planten zoals Photinia, maar ook de ons zo vertrouwde Prunus laurocerasus en de ingeburgerde Viburnums vertonen uitval of zijn op zijn minst beschadigd. De echt exotische planten zoals Laurier en olijfbomen hebben zeer veel schade geleden. Daarom ga voor inheemse planten in je tuin. Kiezen voor inheemse planten betekent ook dat je kiest voor bladverliezende soorten in plaats van wintergroene planten.



Toch blijven mensen vragen naar groenblijvende uitheemse soorten ondanks de strenge winters van de laatste jaren die voor veel uitval zorgen. Ze willen een tuin die ook ’s winters groen is, terwijl juist kale takken het kenmerk zijn van onze winters.

We worden de laatste jaren enorm beïnvloed door de magazines, door allerhande tuin– en lifestyleprogramma's maar ook het internet draagt zijn steentje bij. Zo worden tuinen met olijfbomen als normaal voor hier voorgesteld. Men zou ze eerst afgehard hebben voor ze op de markt te brengen. Het spijt me maar niet winterharde planten kan men niet afharden. Toch gaan veel hoveniers gewoon mee in de wensen van de klant.


Daarom een pleidooi voor inheemse bladverliezende planten, struiken en bomen, waarom niet ? 
Bladverliezende planten brengen meer leven en afwisseling in de tuin door bladvorming, bloei, vruchtzetting en bladval die perfect de seizoenen volgen. Daar horen ook enkele maanden kaalstand bij.
Een bijkomend voordeel is dat kiezen voor bladverliezende inheemse planten beter is voor de portemonnee. Ze zijn door de band goedkoper in aanschaf en  bovendien hebt je een pak minder uitval en/of schade onder de uitheemse planten.


Soorten?

Amelanchier (Krentenboompje), bladverliezende Prunus-soorten, Spiraea , Syringa en Viburnum opulus (Gelderse roos) zijn mooie alvast mooie alternatieven. Maar ook soorten die in de winter mooie takken hebben zoals Euyonymus, Acer en Cornus verlevendigen de tuin tijdens de winter. Waarom niet de groenblijvende hagen zoals de eeuwige Taxus vervangen door Fagus sylvatica (Beuk)? De beuk behoudt zijn afgestorven blad tot in de lente zodat de haag ook in het kale seizoen mooi gesloten blijft. Bovendien krijg je de prachtigste kleurveranderingen er gratis bovenop. Gratis snoepjes keijg je van Sambucus nigra (Vlier), Corylus avellana (Hazelnoot), Prunus spinosa (Sleedoorn), Tilia platyphyllos (Linde), Morus nigra (Zwarte moerbei), en Mespelius germanica (Mispel). De twee laatsten zijn trouwens archaeofieten, ze zijn niet inheems, maar sinds de Romeinse tijd bij ons ingevoerd uit het Mediterrane gebied. Gezien overeenkomstige typische bodem- en vochtvereisten en het microklimaat in een stad worden deze soorten hier ook bij de inheems soorten gerekend.
Inheemse groenblijven soorten als Ilex aquifolium (hulst), Juniperis communis (jeneverbes) en Ligustrum doen het uiteraard ook prima in ons klimaat.













Het departement leefmilieu, natuur en energie van Vlaanderen stelde een handige lijst samen:











Bakken en potten

Vorst is tevens een probleem bij planten in bakken maar ook in hete zomers is het moeilijk om ze goed te houden. Ze staan gauw te droog of te nat waardoor ze dan weer te weinig zuurstof krijgen. Je kan ze uiteraard tijdens de vorstperiode beschermen met isolatie om bevriezing en verdamping tegen te gaan, en als het moet met nog een extra doek erover. Toch valt het ieder jaar te bezien of ze na de winter goed zullen uitlopen. Daarom is het beter om planten als het enigszins kan gewoon in de volle grond te planten. Het bespaart je veel werk en een pak kopzorgen.



Zijn Vlaamse planten beter ?

Sleedoorns uit Polen bloeien hier eerder dan de autochtone tegenhanger, maar dat is te vroeg voor bepaalde vlindersoorten die nog in de pop zitten. De sleedoornpage gaat geen voedsel meer vinden. Het evenwicht in de natuur is verstoord. Het buitenlands plantgoed is bijvoorbeeld ook minder aangepast aan ons klimaat en dus gevoeliger voor ziektes en vorst. Meidoorn, sleedoorn of veldesdoorn uit de mediterrane streken komen hier sneller in de problemen. Autochtone bomen en struiken spelen dus een belangrijke rol om het evenwicht in de natuur te herstellen. Zowel de oogst van de zaden als de opkweek van de planten en de verkoop ervan gebeurt in Vlaanderen. Vergeleken met de CO2-uitstoot gekoppeld aan geïmporteerd plantgoed is de ecologische voetafdruk van autochtoon plantsoen een heel stuk kleiner. Maar ook de lokale werkgelegenheid krijgt een duwtje in de rug.